Klad

Klad

Naast de enscèneringen van stukken uit het toneelrepertoire maakt ’t Barre Land al jaren voorstellingen die zijn samengesteld uit allerlei fragmenten, ideeen, situatieschetsen, acts.
Deze nieuwe serie is geïnspireerd op de Sudelbücher (Kladboeken) van Georg Christoph Lichtenberg; een onnavolgbare hoeveelheid briljant geformuleerde invallen observaties en overpeinzingen die hij opgeschreven heeft tussen 1765 en 1799.

‘Als een koopman die in een journaal van inkomsten en uitgaven noteert wat hij koopt en verkoopt alles door elkaar zonder enige orde.’ Om het later tot iets anders te verwerken.
Als ik toch kanalen in mijn hoofd kon aanleggen om de binnenlandse handel tussen mijn gedachtenvoorraden te bevorderen! Maar daar liggen ze met honderden, zonder elkaar van nut te zijn.' (Sudelbücher, K I/22,3)

De verzameling wordt aangevuld met Herman Heijermans, Jan Hanlo en Ernst Toller (Hoppla, wir leben!) en met alles dat tussen het schrijven van deze aankondiging en het spelen van de voorstelling op ons pad komt. Op de avond zelf wordt ter plekke de orde aangebracht, de betekenis gezocht, ingezoomd op de details.

Gróót lach-succes der wereld. Als ze opkomen is er gelach. Dat ééne been bij allebei is zoo komiek. Je kunt nooit weten of 't ander niet vermoffeld is in den wijden clownshanssop. Zulleke kemieke clowns. Je sou soo denke dat se twéé beene hebbe. Wel je sou d'r op sweere, sóó vlug as ze loope en springe. Doe jij nou is op je twéé beene wat soo'n clown op sijn ééne been doet. Dat kè-je niet. Nou maar probéér 't is. Nou daar sou je lèèlijk van opfrisse... Kijk 'm noú is... Hèhèhèèè!... Hoe versinne se-'t... Tjè... Tjè... Tjè... Hèhèhèèè (Fragment uit Donatos, eenbeenige clowns / Heijermans)


Voor wie het vrolijk vindt niet precies te weten wat er zal gebeuren; Invallen en voorlopigheden. Briefjes notities aantekeningen. Een kladstuk een wastebook. Een jocoseria vanaf het vijfde plan. Een analyse van een gemoedstoestand. Dingen die gebeuren. Tegendraadse opvattingen. Kleine verschrikkingen. Dagdagelijkse waarnemingen. Details volgen.  Lees verder »

Meer over:

Affiche Klad

Het affiche van Klad, ontworpen door Herman van Bostelen , is zoals onderandere te zien op Facebook, veel volgetekend en beklad. Jan Piet Ekker schreef er een stukje in Het Parool.

Meer over:

Er komt vanzelf betekenis boven drijven

Eric Korsten interviewde Vincent van den Berg voor Den Haag Centraal over Klad.  Lees verder »

Meer over:

Weldoordacht en doldwaas tegelijkertijd

Karin Veraart schreef voor de Volkskrant van 20 december 2012 een recensie over Klad.  Lees verder »

Meer over:

Laatste Barre Land wil niet vrolijk worden

Sara van der Kooi schreef voor de Theaterkrant een recensie van Klad.

Door de hele stad hangen ze, de enorme bijna lege billboards. In zwarte letters staat er ’t Barre Land op, in rode letters Klad, als ware het een uitnodiging om de witte vellen vol te kladden. Klad is de nieuwe en misschien wel laatste voorstelling van toneelspelerscollectief ’t Barre Land. ‘Voor wie het vrolijk vindt niet precies te weten wat er zal gebeuren,’ zegt de flyer. Gaandeweg de voorstelling blijkt echter dat niet weten ook heel erg niet-vrolijk kan zijn. Lees verder op de Theaterkrant.

Meer over:

Toegestaan is wat bevalt : Klad

In de Groene Amsterdammer nr. 1 en 2. van 2013, schreef Loek Zonneveld over de laatste twee voorstellingen van 2012.  Lees verder »

Klad

Fotografie Fran van der Hoeven in Theater Kikker 28 november 2012.

Meer over:

Interview de Avonden over Lichtenberg en Klad

Botte Jellema interviewde Martijn Nieuwerf en Vincent van den Berg voor het radio-programma de Avonden. Over Rietveld, het nieuwe Stedelijk, Jan Hanlo en natuurlijk de Sudelbücher van Lichtenberg. Het is het tweede item in deze audiostream.

Meer over:

Het leuke van een kladboek is dat het nog leeg is

Isabel Reker van de Sap-site interviewde Vincent van den Berg over de nieuwe voorstelling Klad. Hieronder de tekst, maar op de Sapsite staan er nog leuke foto's bij!  Lees verder »

Meer over:

kamerhoek

Herman Heijermans
 
„Jannie”...
„Ja kind”...
„Er is weer een haartje gegroeid op je oor”...
„Gekke meid”...
„Wil ik ’t even afknippen?”...
Ze vroeg ’t zoo kinderlijk-mal, met zoo iets in-gelukkigs in haar stem, dat hij lachend knikte.
„Blijf maar zitten... Zit je nagelschaartje in je vest... Nee blijf nou zitten... Ik heb ’t al... Jannie wat een dikkert!... ’t Lijkt d’r wel een uit je snor... Kijk eens!”
Ze lag op haar knieën, hield het haartje tegen het licht.
... „Jannie wat ben je vreemd!... Is er iets gebeurd”...

Meer over: